Inroken

 

Een nieuwe pijp van hout moet in feite ingerookt worden. Geen goed nieuws voor de startende pijproker die nu zo snel mogelijk aan de slag wil met zijn nieuwe speelgoed, maar misschien kan het inroken wel goed samen gaan met de eerste stappen op weg naar een goed pijproker worden.  Het doel van inroken is het creëren van een dunne koollaag aan de binnenkant van de pijpenkop. Een pijp die niet met zorg wordt ingerookt maar gewoon in gebruik wordt genomen, zal na verloop van tijd ook wel ingerookt raken. Alleen is het risico op scheuren en doorbranden van die pijp dan iets groter, en is het mogelijk dat die pijp niet zo lang meegaat. Inroken is nodig om de pijp op lange termijn heel te houden, een goede koollaag aan de binnenkant van de kop beschermt het hout tegen verbranden. Naast deze bescherming wil inroken ook nog wel eens de smaak van een pijp verbeteren: de koollaag absorbeert vocht zodat een pijp droger rookt, en soms moeten er bij nieuwe pijpen ook wel wat bijsmaakjes weggerookt worden. Een andere reden voor inroken is de geleidelijke kennismaking met onze nieuwe aanwinst. Elke pijp heeft zo zijn eigen sterke en zwakke kanten, en het geleidelijke proces van inroken is een voortreffelijke manier om alle nukken en eigenaardigheden van een pijp te leren kennen, en ermee te leren leven.

 

Ondanks hardnekkige geruchten en wilde verhalen in boeken en op internet wordt er bij het inroken geen water, geen honing en geen rituele rondedans gebruikt. Ook volle maan en zonnewende hebben geen speciale functie in dit hoofdstuk van het pijproken. Het inroken is eenvoudig. Stop de pijp voor éénderde en rook hem volgens alle regels der kunst leeg. Doe dit maximaal één keer per dag en in het totaal 3 tot 5 keer. Daarna kan de pijp voor tweederde gevuld worden, en weer wordt de pijp maximaal één keer per dag gerookt gedurende drie tot vijf dagen. En tenslotte kan de pijp volgestopt worden om het inroken volledig af te ronden.

 

Inroken duurt in principe zo lang als nodig is om een mooie gelijkmatige koollaag binnen in de kop te kweken, en dat kan dus maanden duren. Maar het zijn de eerste 10 tot 20 keer die echt van belang zijn om een goed begin te maken. Gebruik liefst een 'droge', weinig of niet gesausde tabak voor het inroken, met weinig eigen smaak. Hierbij blijft de temperatuur in de kop het laagst (dit heeft niets te maken met hoe heet een tabak op de tong aanvoelt. Baaitabak is in feite ideaal, maar is bij een onjuiste rooktechniek is nu net baaitabak snel erg heet op de tong. Voordeel daarvan is wel weer dat snel duidelijk wordt hoe een pijp zich ontwikkeld; binnen twee weken wordt de pijp merkbaar minder scherp en droger om te roken. Voor een beginnend pijproker twijfel ik over baaitabak aanraden, omdat hij zo snel scherp smaakt is dat wel een lastigere tabak. Als geen baai wordt gebruikt kan elke andere tabak gebruikt worden.

 

Inroken heeft een functie voor het heel houden van pijpen, en in dit verband moet ik ook even het buiten roken noemen. Buiten hebben pijpen de neiging harder te branden door het minste of geringste briesje, en het is nu net dat harder branden waartegen een pijp in het begin beschermd moet worden. Dus inroken gebeurd binnen, en pas als een pijp goed is ingerookt is hij klaar voor el fresco rookgenot.

 

In het begin lijkt het inroken van pijpen misschien een wat frustrerende en hinderlijke noodzaak, je wilt eigenlijk natuurlijk zo snel mogelijk ten volle genieten van je nieuwste aanwinst. Maar ik ben het inroken als een langzame kennismaking gaan zien, en op die manier is het wel een genotvolle aangelegenheid…